Afpersing in de horeca

In een café komt een man zo nu en dan wat drinken. Zijn cafébezoeken worden steeds regelmatiger en op een gegeven moment gaat de man uit zichzelf helpen met het ophalen van glazen. Hij dringt zich steeds verder op aan de eigenaar als hij vervolgens uit eigen beweging achter de bar gaat staan en een positie inneemt voor de deur van het café naast de officiële portiers. De man is formeel niet in dienst van het café en heeft ook geen beschikking over een portierspas.

De man blijkt een broer van een prominent lid van een Outlaw Motorcycle Gang (OMG). Kort daarna staat een lid van deze motorclub eveneens als portier aan de deur van het café. Een week later komt er op een nacht bij de politie een melding van een schietincident in het café binnen. Eenmaal ter plaatse ontkennen de eigenaar en de portiers dat er iets is gebeurd. Op de bewakingsbeelden is te zien hoe een aantal leden van een OMG kort voor het gemelde schietincident de handen schudden met de portiers, naar binnen gaan, enkele minuten later weer naar buiten komen en in verschillende richtingen weglopen.

In de weekenden die volgen houdt de eigenaar het café gesloten. In een gesprek dat op initiatief van de politie volgt, geeft de eigenaar toe te worden afgeperst door een grote, georganiseerde en gevaarlijke groep. Deze dadergroep heeft hem aangeboden het café voor een klein bedrag over te nemen. Volgens het slachtoffer worden meerdere horecaondernemingen door deze groep afgeperst.

Na het schietincident durft de ondernemer zijn café niet meer in en zijn woning niet meer uit. Ook na enkele vervolggesprekken wenst de eigenaar geen aangifte te doen en evenmin wil hij meewerken aan een beschermingsprogramma. Hij maakt duidelijk geen enkel contact meer met de politie te willen. Enige tijd later is de zaak failliet. In overleg met het Openbaar Ministerie wordt afgesproken dat de politie voorlopig niets onderneemt.